LYRIC

Elke man gaf haar een schok, zo schuchter was ze en zo bang
En ze droeg een minirok van anderhalve meter lang
Eens kwam een vrijer bij haar aan, die liet ze in z'n hempie staan
Hij brulde, "Schat, ik hou van jou
Kom nou eens hier
Doe niet zo flauw"
Maar Mien zat in haar nachtjapon achter de rododendron alwaar hij haar niet vinden kon
Zomaar weg, zonder pardon
Heeft you haar soms gezien misschien?
Mien waar zit je?
Hoehoe Mien
Maar Mien zat in haar nachtjapon achter de rododendron
Mien
Hij was uitgekookt genoeg en groef een valkuil voor haar deur waarin hij haar ten huwelijk vroeg, in maneschijn en rozengeur
En voor 't altaar met z'n bruid, klonk eindelijk zijn jawoord luid
Het hare was niet te verstaan, ze was er stil vandoor gegaan
Maar Mien zat in haar trouwjapon achter de rododendron alwaar hij haar niet vinden kon
Zomaar weg, zonder pardon
Heeft you haar soms gezien misschien?
Mien waar zit je?
Hoehoe Mien
Maar Mien zat in haar trouwjapon achter de rododendron
Mien
Maar hij vond haar al weer gauw en toen hij haar had thuisgebracht zei ie, "Schat, je bent mijn vrouw en dit wordt onze huwelijksnacht"
Maar bij 't bed schrok ze zicht dood, haar huwelijkspartner die stond bloot
Verwachtingsvol lag hij in bed maar Mien schoot heen als een raket
Mien zat zonder nachtjapon achter de rododendron alwaar hij haar niet vinden kon
Zomaar weg, zonder pardon
Heeft you haar soms gezien misschien?
Mien waar zit je?
Hoehoe Mien
Maar Mien zat zonder nachtjapon achter de rododendron
Achter de rododendron
Achter de rododendron
Mien hoehoe

Added by

Admin

SHARE

Your email address will not be published. Required fields are marked *

ADVERTISEMENT